maandag 9 januari 2017

Kerstproject 2016: campagne welzijnszorg 2016

Campagne Welzijnszorg 2016

Ga op de website van Welzijnszorg (http://www.welzijnszorg.be/) op zoek naar haar campagne voor 2016 en beantwoord volgende vragen:

- Wat is de campagnetitel?
De titel dit jaar bij de campagne van Welzijnszorg is Samen tegen armoede.

- Waarover gaat deze campagne?
De campagne gaat erover dat 1 Belg op 7 in armoede leeft. In België zijn er 1.700.000 Belgen die in armoede leven. Maar vaak zien we het niet omdat ze dat proberen te verbergen. Deze campagne probeert ervoor te zorgen dat de mensen in armoede zich er niet moeten voor verstoppen. Er zijn vaak nog veel mensen die vooroordelen hebben over hen maar dat wil Welzijnszorg wegwerken. De campagne heeft ook een soort slogan: ‘Samen kunnen we het verschil maken. Want achter elk 1 op 7 staan er ook 6 die kunnen helpen.
De campagne wil geld inzamelen en dan opbrengst gebruiken voor projecten en organisaties die armoede bestrijden.

- 7 verhalen staan centraal in deze campagne. Kan jij je identificeren met één van die verhalen? Waarom (niet)? En welk van deze verhalen kan voor jou een bron van inspiratie zijn? Waarom?
Ja, ik kan me wel identificeren met het 2de verhaal. Het verhaal van Femke een jeugdwerkster die strijdt tegen taboes omtrent armoede. Ze komt uit een typische West-Vlaams gezin waar ze hard werken voor iedere cent. Ze verteld dat ze vroeger een typische tiener was en dat ze soms wel oppervlakkig bezig was met haarzelf. Ik denk dat ik mezelf daar ook wel kan in terugvinden. Ik zit zelf totaal niet in armoede en als ik iets nodig heb dan koop ik het. Nadat ze vertelde dat ze niets te kort heeft zegt ze dat het heel wat verandert door een armoedetraject in haar opleiding te krijgen. Ze krijg inzicht dat er veel mensen zijn die onder armoede lijden. Bij mij is dat ook zo vorige jaren op school hebben we al enkele keren gewerkt rond armoede. Telkens als we daarover nadenken in klas gaat er ook wel eens door mijn hoofd dat wij het wel goed hebben dat er mensen zijn die het veel slechter hebben.
Ik vind Femke wel een bron van inspiratie. Het meisje weet dat ze maar één jaar zekerheid heeft van haar werk als jeugdmedewerkster en toch zet ze haar 120% in. Ze doet ook aan vrijwilligerswerk wat ik een mooi initiatief vind. Zelf doe ik niet aan vrijwilligerswerk maar toch denk ik het ooit te doen. Ze zoeken nog veel mensen die dat willen doen daarom dat zij een bron van inspiratie is. 


Vele scholen ondersteunen de campagne van Welzijnszorg en dragen actief hun steentje bij. Vind jij het belangrijk dat scholen deze campagne blijven steunen? Waarom (niet)?

Ja, ik vind het heel belangrijk dat scholen deze campagne steunen. De school moet goed doen en het voorbeeld geven aan de kinderen. De school moet de kinderen opvoeden en leren dat campagnes steunen goed is. Ook het thema van de campagne is belangrijk zoals hier armoede. Misschien zitten er wel enkele kinderen in de klas die in armoede leven. Ze schamen zich er misschien voor en verbergen dat ze in armoede leven. Maar doordat de school aan deze campagne meewerkt weten die kinderen dat ze worden gesteund. Dat ze aanvaardt worden dat het niet erg is om in armoede te leven. De andere kinderen de niet in armoede leven zien door deze campagne in de klas te tonen de echte realiteit. Er zijn misschien wel kinderen die alles krijgen van hun ouders maar die niet beseffen dat niet iedereen dat heeft. Daarom dat het belangrijk is dat de school toont hoe de realiteit is. Ik vind het belangrijk dat ieder kind zich op school goed voelt of je nu gewone kleren of merkkleren hebt dat zou ik de kinderen ook zeker duidelijk willen maken. Kinderen moeten weten dat er heel wat verschillen zijn tussen elkaar. Ze moeten weten dat niet alles rozengeur en maneschijn is. Ik denk dat de ouders van de kinderen die in armoede leven zich ook meer gewaardeerd en aanvaard zullen voelen.

Stel dat jij door jouw school verantwoordelijk wordt gesteld voor het organiseren van verschillende activiteiten rond Welzijnszorg. Welke activiteiten (minimum 3) zou jij organiseren en waarom zou je juist voor deze activiteiten kiezen? Wat wil jij dan ook bereiken met deze activiteiten?
- Soep op de stoep is een actie die georganiseerd word door Welzijnszorg. Het is de bedoeling dat je soep verkoopt en dan al het ingezamelde geld aan Welzijnszorg geeft. Je kan deze actie doen om mensen samen te brengen en duidelijk te maken dat ze die actie doen omdat ze samen tegen armoede willen vechten. Misschien ontstaan er wel nog activiteiten door de mensen die komen en het een mooi initiatief vinden. Met deze activiteit wil ik bereiken dat je op een toffe manier geld kan inzamelen voor een goed doel.
- Bij mij zowel in het lager als in het middelbaar werd er een sober maal georganiseerd. Dat was één middag in het schooljaar waar iedereen op school kon eten en dan kreeg je een tas soep en een grote ovenkoek. Dit deden we dan om te denken aan al de mensen die moeten overleven op water en brood. Zelf zou ik zeker die actie willen verder zetten als ik les ga geven. Iedereen die mee wil doen kan geld geven bijvoorbeeld 1euro. Al het geld gaat dan naar Welzijnszorg. Op deze manier laat je de kinderen zelf meewerken en ondervinden hoe het is om in armoede te leven.
- Ook een actie die in het kleuter en lager heb gedaan was lopen of zwemmen voor een goed doel. Deze activiteit zou ik ook graag organiseren voor Welzijnszorg. Door de kinderen zelf iets te laten doen (lopen, zwemmen, bewegen,…) laat je ze zelf geld inzamelen en tonen dat het niet moeilijk is om je in te zetten voor een goed doel.
- Ik zou de oudste kinderen van school een infoavond laten maken in groepjes. De infoavond gaat dan over Welzijnszorg. De kinderen werken in groepjes uit wat Welzijnszorg doet,  waarvoor ze staan, wat hun visie is, wie ze helpen, …. Daarna krijgen ze een brief mee naar huis en mogen ouders, grootouders, vrienden komen kijken naar de voorstelling van de kinderen maar ze moeten dan een kleine bijdrage doen van 1euro ofzo en al het ingezamelde geld gaat dan naar Welzijnszorg. De bedoeling van deze activiteit is dat zowel de kinderen als de ouders iets bijleren over Welzijnszorg.
- Ik zou misschien de kinderen zelf vragen of zij een activiteit weten om te organiseren. Zo zijn ze zelf bezig met denken over hoe ze de mensen kunnen steunen en acties verzinnen.
- Ik zou de kinderen een getuigenis voorlezen over iemand in armoede en daarrond een klasgesprek voeren. Met deze activiteit laat je de kinderen denken over armoede en misschien vertellen ze zelf ook getuigenissen van zichzelf of over iemand die ze kennen. 

Kerstproject 2016: stellingen

Stellingen

Noteer jouw gefundeerde (!) mening over twee van volgende stellingen:
- Als je wilt werken, kan je werken.
- Schulden? Eigen schuld, dikke bult.
- Indien de rijken een klein stukje van hun rijkdom afdragen, is het armoedeprobleem opgelost.
- Armen zouden geen uitkering mogen krijgen omdat dit hen verhindert om zelf iets aan hun situatie te doen.
- Iedereen is gelijk voor de wet: elektriciteit moet worden afgesloten bij iedereen die zijn rekening niet betaald.
- De regering kan er voor zorgen dat er in ons land geen armen meer zijn.
- Kinderen uit kansarme gezinnen zijn moeilijk handelbaar in de klas omdat ze vaak geen goede opvoeding gehad hebben.
- We hebben al genoeg problemen in ons land, we moeten geen andere mensen opvangen.

Als je wilt werken, kan je werken.
Met deze stelling ga ik voor een groot deel akkoord en een deel niet akkoord. Waarom ga ik akkoord? Als je iets wilt dan kan je het denk ik. Als de wil er is zal je meer gemotiveerd zijn om iets te doen. Als je niet wilt zal je minder gestimuleerd worden. Dus als iemand wil werken dan kan het meestal. Ik zeg wel meestal en dat is omdat ik ook een deeltje niet akkoord ga met deze stelling. Er zijn mensen die willen werken maar het kan voor hen niet door omstandigheden. Één van die omstandigheden kan bijvoorbeeld zijn dat de persoon geen diploma heeft. Bijvoorbeeld iemand wil dokter worden maar heeft geen opleiding gevolgd. Dan zal die persoon niet kunnen worden wat hij wil. De persoon wil wel maar kan niet.
Ik denk dat er in onze maatschappij ook soms te hoge eisen zijn om iedereen te laten werken. Ze willen wel maar worden niet altijd aanvaard door verschillende aspecten: geslacht, afkomst, …. Wat eigenlijk niet zo mogen want iedereen moet gelijk zijn voor de wet. Er zijn ook bijvoorbeeld mensen die een bepaald letsel of ziekte hebben waardoor ze niet kunnen werken. Ze willen misschien wel maar kunnen niet. Natuurlijk kan het ook het omgekeerde zijn je kan wel maar sommige willen niet. Dus deze vorm komt ook nog voor. Mensen die eigenlijk genoeg capaciteiten hebben om iets te doen maar niet willen. Dat komt dan door misschien al voorgaande jobs of werken dat de persoon heeft uitgevoerd.

Dus deze stelling klopt deels wel en niet. Ik denk dus dat er verschillende mogelijkheden kunnen zijn gebaseerd op deze stelling:
- Als je wilt werken, kan je werken.
- Als je wilt werken, maar je kan niet altijd werken.
- Als je niet wilt werken, maar je kan wel. 


Schulden? Eigen schuld, dikke bult.



Hier is het opnieuw en twijfel geval. Een deel klopt wel maar een deel ook niet. Het is juist dat sommige mensen zichzelf in de schulden hebben gestopt door niet verstandig met hun geld om te gaan. Met niet verstandig met hun geld om gaan bedoel ik verkeerde dingen kopen, gokken, …. Ik denk dat één van de verkeerde dingen kopen drugs of sigaretten is. Mensen worden er verslaafd aan waardoor ze er blijven kopen. Men verspilt eigenlijk zo heel wat geld. Ik zocht even informatie op over hoeveel sigaretten en persoon per dag rookt. Dit is rond de 10 à 14 sigaretten en een doosje kost ongeveer €5,50 voor 20 sigaretten. Er bestaat daar een rekenmeter voor hoeveel je zou kunnen besparen. Zoals je kan zien op de afbeelding hieronder kan dat heel wat zijn na een lange tijd. Na één jaar kom je rond de € 1.003,75. Dit is eigenlijk een beetje meer dan een leefloon dus dat zou goed zijn als je dat kon besparen.   Ook gokken is een verslaving zoals bij drugs of sigaretten. Je verspilt zelf je geld en dan is het inderdaad je eigen schuld.

Langs de andere kant zijn er ook mensen die er niet kunnen aan doen dat ze in de schulden zitten. Sommige mensen hebben het gewoon van thuis uit meegekregen. Zoals mensen die al zoveel generaties in armoede leven is het moeilijk om daar uit te komen. Ik zag over laatst een reportage over arm Vlaanderen. (Mijn mening kan je hierover ook vinden op mijn blog bij het thema samenleven.) In de reportage vertelde een jongentje dat zijn papa niet heel veel centjes heeft en dat hij het zelf ook moeilijk zal hebben. Maar hij wil er alles aan doen om eruit te komen. Dus bij die mensen is het helemaal niet hun eigen schuld. Ze zijn er gewoon mee opgegroeid en ze kregen de schulden mee van thuis uit.
Er zijn ook mensen die in schulden komen door letsels of ziektes te hebben. Mensen willen genezen maar de dag van vandaag kosten operaties, transplantaties, behandelingen, …. heel veel geld. Waardoor ze misschien wel leningen moeten afsluiten om aan hun gezondheid te kunnen werken. Er zijn ook mensen die ziek of letsels gekregen hebben door bijvoorbeeld een ongeval meegemaakt te hebben. Deze mensen kunnen er zelf totaal niets en doen is het hun schuld niet als ze in de schulden zitten. Er zijn ook mensen die door bepaalde situaties in de problemen komen doordat bijvoorbeeld hun woning is afgebrand of doordat er inbraken zijn geweest. Ik ken mensen waar ze hebben ingebroken en heel wat hebben meegenomen.  De mensen kunnen er zelf niets aan doen want ze hadden zelfs een alarmsysteem geplaatst maar ze waren te laat ter plaatse. Dus opnieuw is het niet hun eigen schuld dat ze schulden krijgen.

Als eindconclusie heb ik dus dat deze stelling niet juist is voor iedereen. Het is te zien hoe je in de situatie van schulden bent terecht gekomen. 

Kerstproject 2016: budgetoefening

Budgetoefening
Maak de onderstaande budgetoefening. Probeer daarbij een schatting te maken van hoeveel geld jij nodig zou hebben per maand om jouw huidige levensstandaard aan te houden, mocht je alles zelf moeten betalen.



Geschatte maandelijkse uitgave
Voeding

125 euro
Kleding

50 euro
Gezondheid (persoonlijke
hygiëne, dokter, tandarts…)

45 euro
Huisvesting (woning,
elektriciteit, water,
verwarming…)

750 euro
Veiligheid (verzekering,
rookmelder, veilige sloten…)

120 euro
Rust en ontspanning
(vakantie, cultuur, tv, dvd…)

50 euro
Onderhouden relaties (gsm,
computer, internet, fototoestel,
dieren…)

100 euro
Vervoer (wagen, openbaar
vervoer…)

200 euro
Onvoorziene kosten

75 euro


Totaal:  1515 euro


Ga nu op zoek naar het loon van een beginnend leerkracht in het basisonderwijs. Hoeveel bedraagt dit loon?
Het loon van een beginnende leerkracht in het basisonderwijs bedraagt ongeveer 2.325,13 euro bruto. Dat is dan ongeveer 1.537,34 euro netto.

Zou jij jouw huidige levensstijl (zie budgetoefening) kunnen betalen met het loon van een beginnend leerkracht?
Ja, ik zou mijn levensstijl juist kunnen betalen maar er is niet veel over. Maar ik denk dat die huidige levensstijl van maand tot maand heel wat kan verschillen. Want je bent niet iedere maand ziek of je hebt niet iedere maand de onvoorziene kosten nodig.  Ook kledij kan verschillen bijvoorbeeld een gewone maand ga je niet altijd nieuwe schoenen of kleren nodig hebben. Maar als het seizoen verandert of er is een feestje dan gebeurt het wel eens dat ik iets nieuws koop.

Waar zou jij op besparen, mocht jouw loon ontoereikend zijn om jouw huidige levensstijl aan te houden? Waarom?
Ik zou op verschillende dingen proberen te besparen:
- Voeding: als er ergens een restje is van ’s middags niet zomaar weggooien of aan de kippen geven maar ’s avonds op eten. Ik zou dat doen omdat je dan al het eten dat je gekocht hebt nuttig gebruikt. Ik zou ook geen onnodige eten kopen. Want het gebeurt wel eens dat je iets lekkers ziet liggen en dat meeneemt. Dit zal ik dan moeten laten liggen.
- Kledij: niet iedere maand nieuwe kleren kopen maar wel eens twee keer hetzelfde dragen. Kledingstukken en schoenen kosten veel geld. Door meer hetzelfde te dragen en eens anders te combineren krijg je nog altijd leuke dingen en het is beter voor de portefeuille.
- Rust en ontspanning: minder op vakantie gaan. Of minder ver op reis gaan en eens gewoon een fietsvakantie doen zal al veel besparen. Misschien minder tv kijken en eens een boek lezen. Het zal er allebei voor zorgen dat je nog altijd ontspant of tot rust komt maar dan zal je minder moeten betalen.
- Vervoer: als het mogelijk is met de fiets of te voet ergens naartoe gaan in plaats van met de auto. Je zal minder moeten tanken gaan tanken als je vaker met de fiets gaat. Het is natuurlijk ook beter voor het milieu er zullen minder uitlaatgassen zijn.

Door omstandigheden moeten sommige mensen het stellen met een leefloon van €833,71 per maand. Zou jij nog altijd jouw huidige levensstijl kunnen aanhouden? En op welke zaken zou jij besparen, mocht dit leefloon ontoereikend zijn om jouw huidige levensstijl aan te houden? Waarom?

Ik zou mijn huidige levensstijl niet kunnen aanhouden met een leefloon van €833,71 per maand. Ik heb al heel wat zaken hierboven opgenoemd waar ik zou op besparen maar ik denk dat ik dan nog veel meer zal moeten doen zoals:
- Voeding: minder dure dingen kopen. Misschien als dat echt nodig is naar de voedselbank gaan waar je goedkoper en toch van goeie kwaliteit eten kan verkrijgen.  Maar als dit niet noodzakelijk is zou ik gewoon erop letten dat ik seizoensgebonden groenten en fruit koop. Dat het goedkoopste ook wel goed is.
- Kledij: ik zou letten op de prijs voor ik iets koop. Ik zou ook niet iedere maand iets nieuws kopen. Als het echt heel nodig is kan je volgens mij ook terecht in kringloopwinkels. Ik vind de kringloopwinkel wel een mooi project maar zelf ben ik er nog nooit geweest en zou ik er eerlijk gezegd niet gaan. Ik zou liever sparen voor iets nieuws dat niemand heeft aangehad dan iets kopen dat al gebruikt is.
- Gezondheid: ik denk dat ik hier zou op besparen omdat gezondheid het belangrijkste is. Als je gezondheid slecht is ga je snel achteruit op alle vlakken volgens mij. Want als je ziek bent kan je niet meer werken en kan je ook geen loon meer krijgen. Als je ziek bent kan je weinig tot niets meer doen. Daarom zou ik niet besparen bij gezondheid.
- Huisvestiging: ik zou als iemand die alleen is een klein appartementje zoeken zodanig dat de huishuur of afbetaling minder groot is. Ook alle elektrische apparaten uitschakelen en niet op stand-by zetten. Dit is iets wat ik momenteel totaal niet doe veel van de apparaten staan op stand-by. Ook enkel de lichten aanleggen als het nodig is of enkele en de kamer dat ik ben. Het water zou ik niet onnodig laten lopen. Geen lange en uitgebreide douches nemen en sowieso al een douche pakken in plaats van een bad. Als ik mijn tanden poets minder water laten lopen terwijl ik poets. Het zijn allemaal kleine dingen maar ik denk dat ieder klein ding helpt besparen. Ook de verwarming zou ik een graadje lager zetten en gewoon nog een dikke trui aandoen.
- Veiligheid:  ik zou ook bij veiligheid niet besparen. Veiligheid is ook veel te belangrijk. Als er iets gebeurt moet je verzekerd zijn. Als je niet verzekerd bent zal ik waarschijnlijk nog mee in schulden of geldtekort zitten.
- Rust en ontspanning: ik zou weinig of niet veel meer op reis gaan. Op reis gaan is niet noodzakelijk en daarop zou ik bijna als eerste besparen. Ook ontspannen op vlak van in een sportgroep zitten zou ik afschaffen. Ik sport heel graag maar dan zou ik gewoon op mijn eentje thuis of op straat wel sporten.  
- Onderhouden relaties: voor een GSM of TV abonnement zou ik het laagste proberen te zoeken. Ik zou ook geen dure GSM willen. Een GSM waarmee je kan bellen en sms’en zou voldoende zijn.   
- Vervoer: ik zou meer met de fiets of te voet ergens naartoe gaan. Het is veel beter om te besparen op de kosten van de auto. Als het echt niet mogelijk is om met fiets of te voet te gaan zou ik het openbaar vervoer nemen om weg te gaan.
- Onvoorziene kosten: ik denk dat ik ook opnieuw niet zou besparen op onvoorziene kosten want je weet nooit wat je voorvalt. 

zondag 8 januari 2017

Actualiteit

De Kesel: "Islam integreren in onze samenleving"45
Door: redactie
25/12/16 - 14u47  Bron: vtmnieuws.be
VIDEO Dé grote uitdaging voor de islam in Europa is om zich te integreren in onze moderne samenleving. Dat zegt kardinaal Jozef De Kesel op Kerstmis in de studio van VTM NIEUWS. "Zij zijn het gewoon om te leven in een cultuur die zelf de moslimcultuur is. De uitdaging voor hen is om dat te doen binnen de grenzen van de katholieke cultuur."
"Als de moslims iets kunnen leren van de katholieke kerk, dan is het dat ze zich moeten situeren binnen de grenzen van de moderne samenleving", zo zegt kersvers kardinaal Jozef De Kesel. "Dat is de grote uitdaging voor de Europese islam: zichzelf inpassen in de moderne samenleving, met vol respect voor de verworvenheden van de moderne cultuur." 

"We zullen het samen met de islam moeten doen", denkt De Kesel. "Er is geen andere toekomst voor ons dan een samenleving waarin we samenleven met de islam. We moet elkaar niet alleen verdragen, maar we moeten samen een samenleving opbouwen. Het is gevaarlijk om terecht te komen in een wij-zij-dialectiek. Dat is precies wat Islamitische Staat, of Daesh, voor ogen heeft", zegt De Kesel.

"Vrouwen priester? Dat ligt nog moeilijk"

Kardinaal De Kesel heeft de naam een progressieve kerkleider te zijn. Zo vindt hij dat getrouwde mannen tot priester gewijd moeten kunnen worden. "Het is belangrijk om daarvoor te ijveren", vindt De Kesel. "Er zijn mannen die in aanmerking komen om priester te worden, maar dat nu niet kunnen."

En wordt het dan ook tijd om vrouwen tot priester te wijden? "Dat ligt een pak moeilijker", zegt De Kesel in VTM NIEUWS. "De paus zegt dat het niet aan de orde is. Het ligt cultureel nog zeer moeilijk."

Het artikel gaat over twee verschillende culturen: moslimcultuur en de katholieke cultuur. Beiden hebben ze andere regels gekregen door hun God maar toch moeten ze proberen samen te werken. In het artikel vertellen ze ook dat het belangrijk is dat ze respect hebben voor elkaar. Ze kunnen leren omgaan met elkaar. We zullen moeten leren leven in deze moderne cultuur. We zullen zelf een samenleving moeten opbouwen zoals ze zeggen in het artikel. 
Is het haalbaar? Ja, dat denk ik wel ik ben er zeker van dat iedereen kan en als die wil samenleven. Als iedereen een beetje moeite doet om het te proberen moet het zeker lukken. 

zaterdag 7 januari 2017

De omgevingscirkels

In de les over verbondenheid leerden we over de omgevingscirkels. Dat zijn 5 levensdomeinen volgens Anouk Dupuydt. Ze wil dat we ons opnieuw verbinden met enkele zaken. 


Verbondenheid met zichzelf

We moeten zelf zoeken naar onszelf door onze gevoelens, verlangens en gedachten. We moeten ons goed voelen in ons vel. Dit kunnen we enkel doen door onze positieve en negatieve kanten van onszelf te aanvaarden. 

Verbondenheid met andere(n)

We blijven mensen en mensen hebben nu eenmaal contacten nodig. Als mensen elkaar ontmoeten is er altijd contact aanwezig. Ze kunnen zich dan ook verbinden wanneer het contact goed is doordat ze respect tonen voor elkaar, elkaar aandacht geven, .... 
 

Verbondenheid met het materiële

Door verbonden te zijn met het materiële leer je verantwoordelijk en zorg te dragen voor het materiaal. Voorbeeld in klas ga je niet zomaar in iemand zijn pennenzak zitten want ten eerste het is niet van jouw en ten tweede wie weet zit er iets dierbaars in voor de persoon. Of als je iets mag gebruiken van iemand ben je voorzichtig dat het niet kapot is om terug te geven. 

Verbondenheid met de groep/ samenleving/ cultuur

Mensen maken deel uit van grote en kleine groepen. Bijvoorbeeld de samenleving is een grote groep. Maar in die groepen moeten ze de mogelijkheid krijgen om verbindingen te maken. Ze kunnen verbonden worden door respect te hebben van groep tot groep tegenover elkaar. Iedere groep/ samenleving/ cultuur is anders. De ene heeft die mogelijkheden de andere andere. Toch moeten ze allemaal samen leven. Als voorbeeld heb ik de jeugdbewegingen in mijn gemeente. Er zijn zovele verschillende groepen van jongens, groepen van meisjes en toch moeten ze allemaal in één gebouw hun gerief leggen en samenkomen. Deze groepen hebben andere kwaliteiten en mogelijkheden en toch voelen ze zich verbonden omdat ze samen in de jeugdbeweging zitten.

Verbondenheid met het levensgeheel/ de natuur

Hier in deze verbondenheid komen alle andere verbondenheden samen. Alles vormt hier één groep, dit is het grote geheel. Bijvoorbeeld later wil ik met mijn klas naar het bos gaan. Niet enkel voor over de bladeren of over de omgeving te praten. Maar ook voor aan te tonen hoe mooi de natuur is en dat je er ook mee verbonden kunt zijn. Je kan in het bos dan ook spelletjes spelen zodanig dat de klas één groep wordt. De bomen en struiken zijn dan het materiële waar ze respect moeten voor hebben. 

Mens in de natuur bij verschillende wereldreligies

Natuur en Christendom

De natuur is een belangrijk deel van de wereld volgens het christendom. God heeft de natuur gemaakt want volgens de christenen kan dat niet uit de oerknal komen zo iets mooi. De natuur is dus een deel van het scheppingsverhaal de natuur is één van de eerste dingen dat gemaakt zijn door God daarna pas de mens. God is de heerser van de wereld en leent hen ons die wereld. Wij krijgen het niet zomaar de mens moet er goed voor zorgen zodanig dat de mensen na ons nog een mooie wereld hebben.

Natuur en Hindoeïsme

De hindoes zijn zeer begaan met de natuur. In alle levende wezens denken ze dat er iets van het goddelijke inzit. Daarom hebben ze heel veel respect voor de natuur. Ze denken ook dat er in de natuur dingen een ziel kunnen hebben. Oude bomen, groten, ... worden gezien als woonplaatsen van geesten. Nog iets waardoor ze tonen dat ze respect hebben voor de natuur is dat je andere wezens geen pijn mag doen. Hindoes gebruiken nooit geweld. Ze hebben zelf een heilig dier: een koe.  

Natuur en Boeddhisme

De aarde wordt gezien als een levend wezen. Als de mensen goed samen werken dan is de aarde gezond. Maar doen de mensen dan niet dan is de aarde ziek of kan dat de ondergang betekenen. De boeddhisten zien zichzelf ook als een onderdeel van de natuur. Als onderdeel mag je zelf geen onderdelen vernielen. De boeddhisten zien het ook dat we hier op aarde gewoon op bezoek zijn. Daarom moeten we zeker respectvol en voorzichtig zijn. Hun voorbeeld van hoe mooi de natuur kan zijn is de lotusbloem. De bloem groeit vanuit de modder als een prachtige bloem naar het licht. Als iemand de leer van Boeddha volgt dan gebeurt net hetzelfde met de mens. 

Natuur en Islam

Het Turkse Tema (een organisatie) wil Turken bewust maken van de noodzaak om erosie te bestrijden. Erosie is het wegspoelen van vruchtbare grond. De organisatie Tema heeft 250 000 leden. De oprichter wordt nu 'Vader Aarde' genoemd. In Nederland hebben ze ook een afdeling. In de Koran staat dat ze andere levende wezens van groot belang zijn. De kleur van de islam is volgens de Nederlandse vertegenwoordiger groen. Mohammed zou volgens hen de eerste stichter van een natuurreservaat zijn. 

Natuur en Jodendom

De natuur is aan de joden gegeven door de god Jahweh. De mens moet goed leren omgaan met de natuur. De natuur is er voor te gebruiken zoals eten nemen uit de natuur mag. Maar de natuur mag je niet kapot maken want dan maak je God kapot volgens hen. Er zijn heel wat joodse organisaties die zich richten op de natuur. Ze willen dat iedereen wordt opgevoed met de natuur. De natuur is niet enkel positief, de natuur wordt ook gebruikt om straffen te geven. Zoals de milieuvervuiling zien de joden als straf omdat we niet goed omgaan met de natuur.

Allerzielen


Allerzielen is één van de manieren voor de christenen om de overledenen te herdenken. We denken misschien wel het hele jaar aan hen maar Allerzielen is dan een nog een specifieke dag om dit te doen. Vele mensen gaan dan naar begraafplaatsen om hun dierbaren te gaan bezoeken. Vaak zetten ze dan ook kaarsjes en bloemen op de graven. Je kan hier ook een filmpje over vinden via volgende link: http://www.schooltv.nl/video/allerzielen-de-dag-waarop-katholieken-aan-hun-overledenen-denken/.