PKG-schaal

PKG

De post-kristische geloofsschaal of ook wel de PKG genoemd is een schaal die aangeeft hoe je denkt over levensbeschouwing. Bij iedere persoon is dat anders niemand zal precies hetzelfde denken over het leven. 

De PKG schaal bestaat uit 4 stukken. In de klas leerden we wat elk stukje betekend. Je hebt 4 hokjes waartoe je kan behoren. Het volgende filmpje legt duidelijk uit wat de PKG juist is. Onder het filmpje leg ik de 4 hokjes ook nog uit.  

1. letterlijk geloof: 

Deze persoon aanvaard de bijbel zoals hij is geschreven. De persoon denkt vaak dat de bijbel letterlijk gelijk heeft. Dit is kan dan risico op fundamentalisme veroorzaken. 

2. externe kritiek:

Dit wordt ook wel het letterlijk ongeloof genoemd. Deze persoon is er zeker van dat God niet bestaat (Atheïsme) en dat de Bijbelteksten zijn onderling in tegenspraak. De teksten worden te vaak letterlijk gelezen. Hier is het risico dat er fundamentalisme in de wetenschap is. Dat wil zeggen dat de persoon denkt dat de wetenschap altijd gelijk heeft. 

3. relativisme:
Het relativisme wordt ook wel het symbolisch ongeloof genoemd. De 3de kwadrant zegt dat er geen God is. De uitspraken die over God en menselijke Godservaring worden gezegd zijn relatief, ze zijn bepaald door de tijd waarin ze geformuleerd zijn. De persoon heeft vaak ook geen uitgesproken positieve en negatieve gevoelens over een godsdienst.

4. post-kritisch geloof:
Het laatste het post-kritische geloof of symbolisch geloof is het geloof waar ze kritische geloofsvragen niet uit de weg mogen worden gegaan. De persoon denkt met zijn kritisch verstand na. De bijbel wordt gezien als geen historisch verslag maar wel diepere waarheid in de teksten. 

Iedereen heeft wel een stukje van ieder hokje in zich. Want vaak is er een combinatie van de 4 geloven. Maar er is wel altijd 1 die er boven uitsteekt. Hieronder zie je wat mijn resultaat bij de PKG-schaal is geworden. 

Mijn resultaat van de PKG-schaal

Zoals je kan zien is mijn type dat dominant aanwezig is het post-kritische geloof. Of dit nu bij past? Ik denk van wel. De Bijbelteksten zal ik nooit letterlijk nemen maar het symbolische erachter zoek ik wel. Ik denk dat dat gewoon de bedoeling is van de Bijbel dat je het symbolische er inziet, want ik vind dat niet alles logisch is wat er instaat. 

Ik heb bijna even veel bij het relativisme. Dit vind ik ook wel juist omdat ik heb niet echt positieve of negatieve gevoelens over bepaalde godsdiensten. Ook als er iets wordt geschreven of gezegd over God of menselijke Godservaringen zijn ze vaak relatief dus bepaald door de tijd waarin ze geformuleerd zijn. 

Letterlijk geloof is waar ik het minst bij heb en dit klopt helemaal. Ik zou nooit zeggen dat de Bijbel letterlijk gelijk heeft. Ik denk dat dit bij vele van deze tijd zo is. Vroeger stond de kerk aan de top maar nu veel minder. Het gezag van de kerk is minder belangrijk in deze samenleving volgens mij.

Prof. Dr. Dirk Hutsebaut

De professor begint te vertellen dat de PKG-schaal kunt vergelijken met een open en gesloten systeem. Daarmee denk ik dat hij bedoeld dat er heel verschillende manieren zijn om over iets te denken zoals over het geloof. Hij zegt ook dat mensen een religie al dan niet hebben om hun onzekerheden te reduceren. 

Hijzelf is gelovig. Hij verteld heel duidelijk 'Jezus heeft op water gewandeld dus dit is dan ook zo'. Zoals ik hierboven mij mijn eigen resultaat al zei dacht ik dat de maatschappij of samenleving waarin we nu behoren anders denkt over het geloof dan vroeger. Hij zegt dat mensen die +75 zijn vaak tijdens de godsdienstlessen eigenlijk een doos meekregen. Die doos is een verbeelding van je geloof. Je kreeg bij manier van spreken een doos mee en dat was je geloof of waartoe je behoorde. Nu is dit allemaal anders mensen denken niet meer zo na over religies. 

Daarna begon hij uitleg te geven over de 4 personen / vakjes. (zijn volgorde is anders dan hierboven)

1. De eerste persoon neemt alles letterlijk volgens de Bijbel. Als Jezus over water heeft gewandeld dan heeft hij dat ook gedaan.

2. De bijbel kan ook voor sommige mensen verschillende interpretaties teweeg brengen. Bijvoorbeeld voor hem: Mozes die 40 jaar door de woestijn trok met veel mensen. Voor hem betekent dit dat mensen het moeilijk hadden want 40 jaar door de woestijn is lastig. Maar op het einde geraken ze eruit. Bij ons is dit net hetzelfde zegt hij. Soms hebben we het wel even moeilijk (een dipje) maar dan hoop je dat het terug beter wordt. Dus de bijbel is voor hem een aanzet tot denken. 

Dit vind ik ook wel bij mezelf terug dat ik in de bijbel of een Bijbelverhaal nadenk over de symboliek.

3. Het relativisme zegt hij is het geïnteresseerd zijn in een bepaalde of verschillende religies maar er zelf niet toe behoren. De persoon leest en zoekt dingen op maar wil er zelf niet mee te maken hebben. Bij dit geloof hoor ik misschien een heel klein beetje thuis maar ik geloof wel. Als ik op reis ga of ik leer iemand van een ander land kennen en als zij iets uitleggen over hun geloof zal ik aandachtig luisteren. Ik vind het interessant hoe andere mensen geloven of denken. 

4. Het laatste dat hij bespreekt de externe kritiek. Hierbij zegt de persoon dat alles wetenschappelijk kan bewezen worden. De professor zegt dat mensen hier vaak opzoek zijn naar zekerheid uit positief wetenschappelijk onderzoek. Hij zegt hier ook dat de mensen hier denken dat elk fenomeen wetenschappelijk bewezen kan worden. Misschien nu nog niet maar later wel. Zelf  denk ik niet dat dat kan je moet niet overal een wetenschappelijke betekenis achter zoeken. Het kunnen ook symbolische verhalen zijn zoals ik denk.