Geloven is...
... de overtuiging hebben dat iets waar is.... beloven.
... verzekeren.
... garanderen.
... denken dat het waar is.
... overtuigd zijn dat iets waar is.
... vertrouwen in of op iets of iemand.
... aannemen van een bewering als waar.
... vertrouwen stellen.
Hierboven enkele definities uit woordenboeken/sites over geloven. Er komt enkele keren waarheid in terug zoals denken dat het waar is, overtuiging hebben dat iets waar is. Maar is dit alles waar geloven rond draait?
Wat is geloven voor mij?
Moest ik een definitie over geloven opstellen zou hij er als volgt uitzien:
Geloven is in iemand of iets vertrouwen hebben.
Dit kan op heel wat verschillende manieren volgens mij. Als iemand een examen heeft dan kan je zeggen 'ik geloof in u'. Met de bedoeling dat de persoon weet dat je achter hij/zij staat. Maar als je zegt 'ik geloof in God' dat heeft al een andere betekenis. Je gelooft in zijn visie of denken. Je kan ook iets geloven als iemand iets zegt. Daarmee bedoel je dan dat je de persoon laat weten dat het waar is. Dus eigenlijk mijn eerste definitie als ik daar goed over nadenk is deze nog niet af. Geloven bestaat dus uit verschillende dingen.
Geloven is denken aan iemand en de persoon vertrouwen. Geloven is de andere begrijpen. Geloven is denken dat iets waar is.
Waarin geloof ik?
Ik geloof dat als je iets wilt dat het ook lukt. Als je jezelf altijd zegt ik kan het niet, ik kan het niet denk ik dat het zeker niet gaat lukken. Maar wanneer je zegt ik kan het, ik kan het zal je meer vertrouwen hebben in jezelf en gaat het beter. Ik loop soms mee met loopwedstrijden maar tegen het einde ben ik al wat moe en loop ik al wat trager. Maar ik zeg dan de hele tijd tegen mezelf ik kan het, de andere kunnen het ook. Daardoor krijg ik weer adrenaline en loop ik weer goed door.
Ik geloof dat je als je goed doet dat het goede terug zal doen. Als ik iemand een compliment geef dan is die persoon misschien voor enkele minuten gelukkig. Misschien geeft die persoon dan ook wel een compliment waardoor je ook gelukkig wordt. Dus goed doet, goed ontmoet. Ook mensen die niet goed doen kunnen goed doen dat geloof ik.
Ik geloof dat je samen sterker staat. Samenwerken is belangrijk, ik geloof dat als je iets samen doet het soms beter is dan alleen. Ook samen iets doen heeft vaker ook een grotere invloed op de andere of op jezelf.
In wie geloof ik?
Ik geloof in de goedheid van de mens. Ik geloof dat iedereen goed kan doen als hij/zij dat wil. Er zijn zoveel mensen waarin ik geloof. Ik geloof in mijn familie en vrienden dat ze er altijd zijn voor mij bewijst dat zij ook geloven in mij. Mijn grootouders zeggen mij ook dat ze geloven in mij.Soms geloof ik nog niet genoeg in mezelf. Vele zeggen dat dit het belangrijkste is geloven in jezelf. Dit mis ik nog en daar moet ik ook nog aan werken.
Wie is God voor mij?
God is moeilijk te beschrijven wie hij juist is voor mij. Ik vind het moeilijk om te zeggen of God er is. De ene keer zou ik zeggen dat hij er is maar de andere keer dan niet. Waarom zeggen ze dat God helpt als het slecht gaat of als je problemen hebt? Er is zoveel oorlog en toch kan het niet verholpen worden. Waar is God nu? Zoveel vragen die ik me stel. Ik vind het moeilijk om antwoorden daarop te vinden. Ik behoor wel tot het Christendom want ik weet wel dat er een God is en dat hij me wil helpen. Maar wat houdt het Christendom de godsdienst nu juist in? Wat is een godsdienst? In de klas zagen we enkele dimensies van een godsdienst of van geloven.
Zelf zijn er ook enkele rituelen die ik heb gedaan binnen het Christendom. Ik heb me laten dopen en ik deed mijn plechtige communie. Mijn doopsel was in een kapel en mijn plechtige communie in de kerk. Nog iets dat ik ook wel soms doe is een gebedje lezen. Als ik me echt slecht voel over iets of als ik hulp nodig heb lees ik een gebedje in mezelf. Ik denk dat dit echt helpt. Tot nu toe hielp het toch volgens mij als ik in problemen zat deed ik dat en alles kwam precies daardoor terug goed. Mijn grootouders zeggen ook vaak nog een gebedje voor het slapen gaan. Als ik klein was en ik ging bij hen slapen deed ik dat altijd mee.
Elke godsdienst zorgt er voor dat er ook een leer, een visie, ... uitdrukt wat de godsdienst nu inhoudt. De kern kan dan uitgedrukt worden in bijvoorbeeld een geloofsbelijdenis. Maar één van de bekendste dingen die vele christenen doen is het kruisteken maken en daarbij zeggen in Naam van de Vader de Zoon de Heilige geest Amen. Kinderen uit het eerste leerjaar worden dit aangeleerd voor hun eerste communie.
De esthische dimensie heeft te maken met hoe de mensen moeten handelen. Vaak wordt omschreven hoe ze goed moeten handelen. De manier hoe ze zich moeten verhouden tegenover de andere, God, natuur, ... wordt ook meegegeven. Ze willen binnen een religie / godsdienst streven naar het goede. Er wordt gewerkt met morele regels dat zijn dan de geboden en verboden. Zoals bij de Islam moet hun eten Halal zijn dat wil zeggen dat hun eten van een rein dier moet zijn. De moslims mogen ook geen alcohol drinken. Bij ons zijn er ook enkele zaken meegegeven over het eten en drinken. Zoals vrijdag is visdag. In klas vroeg de docente of er nog veel mensen op vrijdag vis eten. Je merkt dat vele dit al niet meer doen. Bij ons is het nog vaak zo dat we vrijdag vis eten. Bij het Christendom zijn er de 10 geboden:
1. Gij zult geen afgoden vereren, maar Mij alleen aanbidden en boven alles beminnen.
2. Gij zult de naam van de Heer, uw God, niet zonder eerbied gebruiken.
3. Wees gedachtig dat gij de dag des Heren heiligt.
4. Eer uw vader en uw moeder.
5. Gij zult niet doden.
6. Gij zult geen onkuisheid doen.
7. Gij zult niet stelen.
8. Gij zult tegen uw naaste niet vals getuigen.
9. Gij zult geen onkuisheid begeren.
10. Gij zult niet onrechtvaardig begeren wat uw naaste toebehoort.
Hiernaast vind je een filmpje over de 10 geboden gezegd door een kind.
De rituele dimensie = symbool-handelen
Het ritueel-handelen verwijst naar een dieperliggende waarheid, relatie, het transcendente of het hogere, God. Rituelen dat kunnen gebeden, offers en nog veel meer zijn. Vaak worden die rituelen ook op speciale plekken gedaan.Zelf zijn er ook enkele rituelen die ik heb gedaan binnen het Christendom. Ik heb me laten dopen en ik deed mijn plechtige communie. Mijn doopsel was in een kapel en mijn plechtige communie in de kerk. Nog iets dat ik ook wel soms doe is een gebedje lezen. Als ik me echt slecht voel over iets of als ik hulp nodig heb lees ik een gebedje in mezelf. Ik denk dat dit echt helpt. Tot nu toe hielp het toch volgens mij als ik in problemen zat deed ik dat en alles kwam precies daardoor terug goed. Mijn grootouders zeggen ook vaak nog een gebedje voor het slapen gaan. Als ik klein was en ik ging bij hen slapen deed ik dat altijd mee.
De mythologische dimensie = verklaren
Het mythologische wil ook wel het verklarende zeggen. Vaak zijn het verhalen die worden gebruikt om levens- en zinvragen te beantwoorden. Zoals de scheppingsmythes in het christendom. Zelf heb ik de scheppingsmythe al verschillende keren gehoord. Op school vertellen ze dat vaak in het lang en in het breed maar doordat ze dat deden weet ik het nog steeds.
De doctrinele dimensie = leer
Elke godsdienst zorgt er voor dat er ook een leer, een visie, ... uitdrukt wat de godsdienst nu inhoudt. De kern kan dan uitgedrukt worden in bijvoorbeeld een geloofsbelijdenis. Maar één van de bekendste dingen die vele christenen doen is het kruisteken maken en daarbij zeggen in Naam van de Vader de Zoon de Heilige geest Amen. Kinderen uit het eerste leerjaar worden dit aangeleerd voor hun eerste communie.
De ethische dimensie = goed en kwaad
De esthische dimensie heeft te maken met hoe de mensen moeten handelen. Vaak wordt omschreven hoe ze goed moeten handelen. De manier hoe ze zich moeten verhouden tegenover de andere, God, natuur, ... wordt ook meegegeven. Ze willen binnen een religie / godsdienst streven naar het goede. Er wordt gewerkt met morele regels dat zijn dan de geboden en verboden. Zoals bij de Islam moet hun eten Halal zijn dat wil zeggen dat hun eten van een rein dier moet zijn. De moslims mogen ook geen alcohol drinken. Bij ons zijn er ook enkele zaken meegegeven over het eten en drinken. Zoals vrijdag is visdag. In klas vroeg de docente of er nog veel mensen op vrijdag vis eten. Je merkt dat vele dit al niet meer doen. Bij ons is het nog vaak zo dat we vrijdag vis eten. Bij het Christendom zijn er de 10 geboden:1. Gij zult geen afgoden vereren, maar Mij alleen aanbidden en boven alles beminnen.
2. Gij zult de naam van de Heer, uw God, niet zonder eerbied gebruiken.
3. Wees gedachtig dat gij de dag des Heren heiligt.
4. Eer uw vader en uw moeder.
5. Gij zult niet doden.
6. Gij zult geen onkuisheid doen.
7. Gij zult niet stelen.
8. Gij zult tegen uw naaste niet vals getuigen.
9. Gij zult geen onkuisheid begeren.
10. Gij zult niet onrechtvaardig begeren wat uw naaste toebehoort.
Hiernaast vind je een filmpje over de 10 geboden gezegd door een kind.
De sociale dimensie = groepsgebeuren
Een godsdienst is geen individuele aangelegenheid. Een godsdienst is een gemeenschappelijke leer. Meestal beleef je de rituelen in groep zoals het doopsel of vormsel. Je zit samen in een kerk bij de kerkviering. Bij mijn doopsel waren mijn ouders aanwezig en alle dichte familie. Bij mijn vormsel was ook de familie aanwezig. Ook alle andere families en kinderen waren er waardoor we allemaal samen konden vieren. Ik vind het belangrijk dat ik deze speciale momenten kan delen.De ervaringsdimensie = verbondenheid
Beleving speelt in de godsdiensten een belangrijke rol. Verbondenheid speelt een grote rol in heel het gebeuren. Denk maar aan het huwelijk. Als je trouwt ben je verbonden met de andere. Ook als mensen op bedevaart gaan zijn ze samen staan ze in relatie met elkaar.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten